Na Naracoorte trokken we "the Australian Outback" in. Met andere woorden: veel kilometers en uitgezonderd van de dode koe en kangoeroe langs de weg en de occasionele road train op de weg, was er vooral veel NIETS, gewoon niets en later rood niets. Het enige wat onderweg de moeite waard was om voor te stoppen was "Lake Hart", een van de vele zoutmeren die in South Australie liggen te glimmen in de zon. We belandden in Coober Pedy waar we logeerden in de Mud Hut Hotel. Dit hotel ligt niet onder de grond (zoals vele van de andere residenties in dit stadje), maar heeft als specialiteit dat de muren van modder gemaakt zijn. Jawel, naast de mud slut waarvan eerder in deze blog al sprake, hebben we nu dus ook een mud hut.
Coober Pedy zelf is niet echt veel soeps. Een doods stadje dat zo uit een oude Western kon zijn weggelopen, gekend om zijn vele opaal mijnen. Verder kan je er ook veel props vinden die in films werden gebruikt en nadien gewoon langs de straat werden achtergelaten. Dat maakt het stadje nog meer "spooky".
Geen opmerkingen:
Een reactie posten