De meesten onder jullie hadden het wel al gezien op onze facebook pagina, maar we hadden afgelopen weekend weer eens bezoek. Dit keer was het niet zo'n gewenst bezoek als de mensen van ons eiland of de mensen uit het land van oz. Neen, het was zelfs ongewenst bezoek. Het was een klein donkergrijs beestje met lange staart en spitse buik. Net toen ik me in de zetel wilde neervleien met een goede film schoot het beest in kwestie in een verder pikdonker huis van onder mijn gat en vluchtte bliksemsnel onder de andere zetel. Aangezien hier nogal wat enge beesten zitten en ik niet goed had gezien welk beest het was, enkel dat het een GROOT en zwart beest was was ik nogal in paniek (en dat is eigenlijk vrij licht uitgedrukt). Ik schreeuwde dus prompt het hele huis bijeen, maar kreeg geen reactie. Niemand liet zich door mijn ijskoude gillen uit zijn dromen halen. Dan maar al mijn moed bijeen geraapt en toch op de grond gesprongen om Jan uit zijn bed te gaan koteren. Bij het horen over mijn verhaal over een GROOT onbekend zwart beest, groter dan ik ooit in de zoo had gezien dat nu halt hield onder onze zetel, las ik echter ook paniek in Jan zijn ogen. We besloten eerst en vooral onze korte pyamabroek, teenslippers en blote voeten in te ruilen voor lange broeken, kousen en gesloten schoenen. Op die manier kon er toch al niets aan onze tenen of kuiten knabbelen. Daarna gingen we op jacht. Ik met een borstelsteel, Jan met een spaanse mop in de hand. Ik wist het beest perfect zitten, maar geen van ons beiden durfde de handen onder de zetel te steken om die omhoog te heffen. Nadat we ontdekten dat zowel de borstelsteel als de steel van de zwabber niet sterk genoeg waren om als hefboom te dienen bij het optillen van de zetel, besloot ik toch de zetel op te heffen terwijl Jan met de spuitbus "Mortein" in de aanslag stond. Nu zag ook Jan met eigen ogen het grote beest van onder de zetel vandaan rennen en het op een spurtje zetten richting TV kast. Nog steeds hadden we niet door om welk beest het ging. De schrik en paniek namen echter alleen maar toe. Toen we het beest van daaruit nogmaals een kast verder jaagden hadden we eindelijk een naam voor het beest. In plaats van een tarantula werd het plots een ordinaire muis. De schrik werd er echter niet minder door, want om te beginnen was onze adrenaline op dat moment al het kookpunt genaderd en verder zijn we allebei ook niet echt zot van knaagdieren. In elk geval wisten we nu waar we mee te maken hadden en we wisten dus ook dat we met onze spuit Mortein niet ver zouden geraken. We besloten het internet te raadplegen en even later hadden we een ingenieuze zelfgemaakte val opgezet die je op de foto hieronder kan bewonderen. Een keukenrol (muizen zijn dol op tunnels las ik) met daarin een cracker met pindakaas (bij gebrek aan Belgische chocolade) op de zitting van een stoel. De keukenrol werd aldus gepositioneerd dat de muis met haar eigen gewicht het tunneltje zou doen kantelen eens ze bij het lekkers kwam en meteen een 25-tal centimeter naar beneden duikelen in onze (met een wierrookstokje opengehouden) vuilbak. We legden ook nog een stoel in een helling op de andere stoel om het de muis iets makkelijker te maken. Zo bleven we de wacht houden tot het ochtendlicht (of toch bijna). Helaas was de muis niet echt een fan van pindakaas en besloot ze haar holletje niet meer te verlaten die nacht. De volgende ochtend stond Jan bij opening al in de bunnies om 6 muizenvallen van 3 verschillende soorten te kopen. Een paar minuten later stond ons huis vol met vallen en besloten we zelf de plaat te poetsen en de zee op te zoeken. Na wat welverdiende rust op het strand bleek het beest echter nog steeds niet in de val te zijn gelopen. Aangezien we echter nog kapot waren van de slapeloze nacht van voordien besloten we deze keer toch maar in ons bed te kruipen na een grondige check van alle slaapkamers. We legden een deken onder de kier van onze slaapkamerdeur en sloegen net de dons terug toen we een zachte, doch resolute "klak" hoorden. We keken elkaar aan en wisten hoe laat het was. De muis haar laatste minuut was geslagen. Toen Jan ging kijken bleek het beest er met hoofd eerst in gelopen te zijn en een vluchtige autopsie wees uit dat het knaagdiertje gestorven was aan een gebroken nekje. Jippie!!! Hoera!!! The beast is dead! We konden weer ademen. Voor alle zekerheid werden de vallen ook nog de volgende dagen uitgezet, maar ze werden niet meer bezocht. Laat ons hopen dat mr mouse onze enige bezoeker was en dat hij geen lid was van de bond voor jonge en grote gezinnen. We hebben in elk geval ook geen strontjes meer gevonden, dus we leven op hoop.
Het wordt elke dag leuker om jullie verhalen Down Under te lezen ! Hopelijk volgen er nog meer :-)
BeantwoordenVerwijderenIk heb ook tranen gelachen bij dit bericht ;-)
BeantwoordenVerwijderenWat een epistel alleen maar over da klein muizeke
BeantwoordenVerwijderenOch here,hoe lang heeft da beestje maar het levenslicht gezien.Het was eigenlijk beter in die vuilbak affaire getrapt maar daar moet je wel voor naar school geweest zijn.
Haha, voor een muis! Een tip om mogelijke volgende bezoekers te vermijden: in de Bunnings verkopen ze plastic dingetjes om in de 'weepholes' te steken. Dat zijn de luchtgaten tussen de bakstenen onderaan het huis. En blijkbaar komen de lieve beestjes daardoor naar binnen...
BeantwoordenVerwijderen